Het Nationaal Park “Kuršių Nerija” (of Koerse Schoorwal) is een bijzonder mooi natuurgebied, opgericht in 1991. De witte stranden bij Nida trekken ieder jaar toeristen uit de gehele wereld.
De Koerse schoorwal (een lange, smalle landtong) ontstond 5000-6000 jaar geleden. Voor de kust lagen als een soort eilanden uit de laatste IJstijd (circa 15.000 jaar geleden). Het zand dat de wind met de golven aanvoerde werd afgezet in de openingen tussen de eilanden. Alleen de opening bij Klaipeda bleef open door het uitstromend water van de rivieren, waaronder de Nemunas. Opvallend is dat de kustlijn aan kant Oostzee recht is en aan lagunezijde doorsneden is met baaien en kapen. Dit komt doordat zand in het water waait. Direct achter de Koerse schoorwal ligt het Koerlandse haf, een meer van maximaal 5 meter diep.
De Koerse schoorwal is 98 km lang, maximaal 2,8 km, minimaal 380 meter breed. De ene helft is Russisch, de andere helft Litouws. In 2000 werd de Koerlandse schoorwal op de lijst van Unesco van cultureel erfgoed geplaatst. Sinds is het gebied 1992 Natuurreservaat. Tijdens de Russische bezetting was het de Koerlandse schoorwal als grensgebied niet voor bezoekers uit het westen geopend. Het hele gebied valt nu onder de gemeente Neringa.
De toegang tot het Nationaal Park is beperkt tot 2000 bezoekers per dag. Enkele fraaie duingebieden zijn het Nagliu Reservatas, dit is 1680 hectare groot (8 km lang, 2 km breed). Er liggen enkele hoge duinen zoals de Nagliu Kopa (55,1 m) en Naglai Kopa (53 m). De groei van de duinen werd gestopt door het ontstaan van voorduinen langs de Oostzee en het aanplanten dennenbos ervoor. Een andere duin is de Parnidizio Kopa van 52,1 meter hoog bij Nida.
Nida, is een toeristisch plaatsje op het einde van de Koerse schoorwal. Nida is het bestuurlijke centrum van Neringa en gelegen op 48 kilometer afstand van Klaipėda. Ter hoogte van Nida is Neringa ongeveer 2 kilometer breed. Het dorp telt slechts vaste 1650 inwoners, maar tijdens de zomer komen hier zo'n 50.000 inwoners bij. Het meest opvallende aan Nida is zijn prachtige natuur, gevormd door constante natuurlijke krachten zoals wind en getijde. Bij Nida bevinden zich enkele hoge duinen. De opvallendste duin is de 52 meter hoge Urbas berg. In 1874 werd hier ter versteviging beplanting (voornamelijk naaldbomen) aangebracht door de inwoners. De locatie wordt ieder jaar gebruikt om op 23 juni Joninės (het feest van Sint Jan) te vieren.
Juodkrante, een klein dorpje, zeer geliefd bij vakantiegangers vanwege de leuke houten huisjes en de gezellige sfeer.
De heksenberg (Raganų kalnas), Sinds oude tijden, werd Joninės (Feest van Sint Jan) gevierd op de heksenheuvel. Tegenwoordig, lopend langs het pad op de heuvel, kunt u de unieke openlucht tentoonstelling zien. De beeldententoonstelling werd in 1979 opgezet door beeldhouwer S. Šarapovas en architect A. Nasvytis. Er staan 71 beeldhouwwerken uit voornamelijk eikenbomen gesneden tijdens de zomers van 1979 tot 1981 door 49 Litouwse volkskunstenaars. Elk beeld heeft een relatie tot een Litouwse oude legende, volksverhaal, of is slechts een product van de verbeelding van de maker. In de zomer van 1988 werden nog eens 12 beelden bijgezet, voornamelijk met speelse elementen. Ook tijdens het symposium van 1999 tot 2002, werden nieuwe beeldhouwwerken toegevoegd aan de tentoonstelling, en oude beelden hersteld.
Voor kinderen zijn er speel-, schommel- en klimmogelijkheden gemaakt aan de voet van de heuvel. De toegang tot de heksenberg is vrij voor voetgangers. Elk jaar worden sommige beeldhouwwerken hersteld of met anderen vervangen.
Dode of grijze duinen (Nagliu), Een stuk duinen aan de kant van de lagune dat door de sterke wind amper begroeid is. Er is zelfs een dorpje wat door de duinen opgeslokt is. De inwoners moesten heil zoeken in Nida.
Broedplaats Aalscholvers, tussen Nida en Juodkrante is er een stuk bos dat bewoond wordt door een van de grootste kolonies aalscholvers (2000). Door de zure ontlasting gaan de bomen dood, afgelopen 15 jaar al 10 ha.
Voor meer informatie zie de officiele website (engelstalig)